lloyd

Als ‘known consignor’ instaan voor veilig luchtvrachtvervoer

Sinds 29 april 2013 moet een afzender van luchtvracht zijn zending laten screenen, tenzij hij als ‘known consignor’ of ‘bekende afzender’ goedgekeurd is.  Nancy Van de Perre put uit haar jarenlange expertise in het beveiligen van luchtvracht en luchtpost om deze regeling voor te stellen.

 Nieuwe regels vanaf 29 april 2013

De nieuwe veiligheidsnormen in de luchtvaart m.b.t.  de ‘Known Consignor’,  zijn brandend actueel en graven veel dieper in de logistieke keten dan de vroegere regelgeving.    Tot voor kort was het waarborgen van de veiligheid in luchtvaart veeleer een taak van de luchtvaartmaatschappijen, hun afhandelaars, de luchtvrachtexpediteurs en koerierdiensten (die allen reeds onderworpen waren aan het door de overheid erkend statuut ‘regulated agent’), maar vandaag worden alle partijen in het verhaal betrokken : ook de magazijnbeheerder én de afzender of producent van de goederen!

Per 29 april 2010 verandert er immers heel wat voor alle exporterende bedrijven die hun zendingen via luchtvracht/-post versturen.  Voortaan heeft een afzender (consignor) de keuze :

Ofwel verpakt, behandelt en verstuurt hij zijn goederen in een “veilige” keten en volgens de wettelijke veiligheidsnormen (verordening EU185/2010 van 4 maart 2010) en laat hij zich goedkeuren door de overheid als ‘Bekende Afzender’ (‘Known Consignor’).   Ofwel doet hij dat niet, maar dan worden zijn goederen gescreend alvorens aan boord te gaan van het vliegtuig.

Om tot het statuut van ‘Known Consignor’ te komen, vraagt de nieuwe Europese wetgeving  van de afzenders in de praktijk een veilige aanpak op voornamelijk drie fronten : dat van de locatie, van het personeel en van de goederen zelf.

Locatie, personeel en goederen

Ten eerste moet er een verscherpte aandacht zijn voor de locatie waar luchtvrachtgoederen worden geïdentificeerd en behandeld : de productiehal, het magazijn, de pick & pack zone, de laadzone, …  Luchtvrachtzendingen dienen ten allen tijde en op elk niveau in het logistieke proces te worden afgeschermd voor onbevoegden. Men mag onbevoegden geen kans geven om zomaar de site te betreden waar zich luchtvracht of luchtpostzendingen bevinden.    En bent u dan wel bevoegd (magazijniers, verpakkers, etc.), dan moet u aan strenge normen voldoen.  Dit brengt ons bij het tweede belangrijke aspect : personeel.

Personeel dat in aanraking komt met luchtvracht ondergaat een pre-employment check.  Een bewijs van goed gedrag en zeden (of ‘pre-employment’ document door de Overheid gepubliceerd) moet aantonen wat de werknemer de voorbije vijf jaar heeft gedaan, en bijv. geen strafbare feiten heeft gepleegd die indruisen tegen de veiligheid.  Het cv moet aantonen of hij bekwaam is om op een veilige manier met luchtvrachten om te gaan.  Onderbrekingen in het cv moeten worden toegelicht. En als hij dan wordt aangeworven en bekwaam wordt bevonden om met luchtvracht in contact te komen, dan moet de werknemer eerst nog een gepaste opleiding hebben gevolgd. (conform §11.2.3.9 van verordening EU185/2010).

Tot slot, het derde belangrijke aspect : de goederen zelf.  Vooreerst moet de afzender al minstens kennis hebben van de voorwerpen die verboden zijn in luchtvracht/luchtpost.   Men moet te allen tijde voorkomen dat verboden voorwerpen worden geladen aan boord van het vliegtuig.  De verpakkingszone wordt dus grondig onder de loep genomen.  Het is dan ook aanbevolen om goederen ‘manipulatie-aantoonbaar’ te verpakken, d.m.v. gepersonaliseerde tapes, security tapes, voorgedrukte dozen met het bedrijfslogo, verzegelde goederen, e.d.  Moeilijker wordt het zogenaamd detecteren van IED’s (Improvised Explosive Devices), de zelf in elkaar geknutselde bommen.   Slechts een paar honderd grammen explosief materiaal verstopt in een radio-cassettespeler (zie  Lockerbie 1988) volstaat om een heel vliegtuig te laten ontploffen!  En de mogelijkheden voor het verstoppen van IED’s zijn legio : cartridges, schoenen, onderbroeken, …

Procedure

Hoe gebeurt dan de goedkeuring door de overheid als ‘bekende afzender’?

De afzender, exporteur of magazijnbeheerder die voor een bepaalde locatie de goedkeuring wenst, moet een security verantwoordelijke aanstellen en diens gegevens, cc en bewijs van goed gedrag en zeden, samen met de aanvraag tot goedkeuring elektronisch versturen naar het Directoraat-generaal Luchtvaart (DGLV), bij de FOD Mobiliteit.

Het DGLV laat vervolgens weten aan welke bepalingen de ‘bekende afzender’ moet voldoen.  De betrokkene neemt dan de tijd nodig om zich aan de wetgeving te conformeren en meldt het aan het DGLV wanneer hij klaar is voor de audit.

Indien de audit door het DGLV positief afloopt, krijgt de betrokkene het statuut van ‘bekende afzender’, dat geldig is gedurende vijf jaar.  Tussentijdse inspecties door het DGLV of door de Europese Commissie zijn steeds mogelijk.

De ‘bekende afzender’ krijgt voor de onderzochte locatie een unieke identificatiecode, die op de transportdocumenten wordt vermeld, en die wordt gepubliceerd in de Europese database RAKCD (Regulated Agent and Known Consignor Database).  Zo weet iedere belanghebbende partij (luchtvrachtexpediteurs, koerierbedrijven, handlers, airlines) dat de afzender als een veilige partner beschouwd mag worden.

Grootste uitdagingen

De huidige toestand van het bedrijf moet ernstig onder de loep worden genomen : zijn de ruimtes waar zich luchtvracht bevindt, voldoende afgesloten voor onbevoegden? Welke aanpassingen of investeringen moeten we doen om dit in orde te zetten?  Verpakkingsmiddelen moeten worden herbekeken en zo nodig veranderd.  De interne veiligheidsprocedures en noodprocedures moeten worden aangepast aan de wetgeving.

Daarbij is het vooral belangrijk om alle medewerkers, leveranciers en klanten bewust te maken en de neuzen in dezelfde (en de juiste!) richting te zetten.   Want ook dat is vandaag nog een probleem : “quality”, “safety”, “security”, “health”, “environment” zijn dé sleutelwoorden op de website van haast elk bedrijf, maar op de werkvloer is het vaak anders en wordt er soepeler met de procedures omgesprongen.

Soepelheid en laksheid kan men zich niet permitteren als het over veiligheid gaat, met name die van  medewerkers, en medemensen.

Grote onwetendheid

Ondanks het feit dat de Commissie aan de afzenders drie jaar tijd heeft gegeven om zich aan deze nieuwe regelgeving te conformeren, stellen we vandaag nog steeds vast dat er een grote onwetendheid is en een gebrek aan kennis over de wetgeving inzake veilige luchtvracht en luchtpost.

Er is dan ook een hoge nood aan opleidingen, zowel over de regelgeving zelf, als conform volgende paragrafen van de verordening :

  • §11.2.3.9 : opleiding verplicht voor iedere persoon die toegang heeft tot identificeerbare luchtvracht of luchtpost;
  • §11.2.7 : opleiding verplicht voor de chauffeurs die uw zendingen naar de luchthaven vervoeren.

Besluit

Vandaag hebben in België slechts een honderdtal afzenders de status ‘bekende afzender’.  Met pakweg 10.000 luchtvracht exporterende bedrijven in het land, hebben de afzenders en de overheid nog een hele weg te gaan.  In Nederland zijn intussen meer dan 500 en in Duitsland meer dan 1.800 bedrijven goedgekeurd.

De zendingen van alle niet goedgekeurde exporteurs moeten sinds 29 april dus gescreend worden.  De luchthavens zijn vandaag echter niet uitgerust om deze massa op te vangen, waardoor luchtvrachtzendingen automatisch zullen worden vertraagd.  Screenen betekent ook een substantiële meerkost.  En laten dit nu net dé twee factoren zijn die de (luchtvracht)industrie het meest kan missen !

Voldoende reden alvast, voor elke afzender, om het statuut ‘known consignor’ met voorrang aan te pakken.

Alle informatie en publieke wetteksten vindt u terug op de website van de Federale Overheidsdienst: http://www.mobilit.belgium.be/nl/luchtvaart/beveiliging/vracht_post/